Witte donderdag 9 april 2020
Niet iedereen in Jeruzalem is blij dat Jezus er is. De hogepriesters ergeren zich al lang aan hem. Ze vinden hem gevaarlijk; mensen luisteren meer naar Jezus dan naar de priesters. Ze zoeken naar manieren om hem uit de weg te ruimen. Zelfs een van zijn leerlingen keert zich tegen Jezus. Judas is het niet meer met hem eens, hij begrijpt hem niet meer. Judas is zo teleurgesteld dat hij zelfs besluit Jezus te verraden. In het geheim gaat naar de hogepriesters toe. ‘Hoeveel geld krijg ik als ik er voor zorg dat jullie Jezus gevangen kunnen nemen?’. De hogepriesters beloven Judas 30 zilverstukken als hij hen helpt.
Iedereen in Jeruzalem is druk bezig om zich voor te bereiden voor Pesach. Tijdens dit feest herdenken Joden dat God hen uit de slavernij van Egypte gered heeft. En wat is er veel te regelen: een plek om te eten, genoeg eten en drinken, een lammetje moet worden geslacht. Alles moet op orde gemaakt worden. Jezus stuurt twee van zijn leerlingen op pad om voor alles te zorgen. Ze vinden een bovenzaal en zo kan alles beginnen.

Houd van elkaar en van God. Zo zullen de mensen zien dat jullie bij mij horen’

De maaltijd kan beginnen. Het is de laatste avond dat de leerlingen en Jezus samen bij elkaar zijn. Weten ze dat het de laatste keer is? Dan neemt Jezus het brood, dankt God, breekt het brood in stukken en zegt: ‘Neem en eet, dit is mijn lichaam.’ En daarna neemt hij een beker wijn, dankt God opnieuw, en zegt: Drink uit deze beker, dit is mijn bloed. Ik geef mijzelf aan jullie. Blijf dit doen, telkens als je bij elkaar komt, om zo aan mij te denken.
Goede Vrijdag 10 april 2020

Bij een de binnenplaats blijft hij wachten. Daar herkent iemand hem. ‘He, hoor jij ook niet bij die Jezus van Nazareth, die ze net hebben gearresteerd?’ Petrus wordt bang, straks nemen ze mij ook nog
gevangen! ‘Nee hoor, hoe kom je erbij.’ Iemand anders zegt: jawel, ik heb je wel eens met hem gezien’. Petrus zegt nog een keer: ‘nee, dat klopt niet.’ Dan zegt nog iemand: ‘Ik weet het zeker, je bent een van zijn leerlingen, je praat net zoals hij.’ Petrus roept uit: ‘ik ken die man niet.’ En op dat moment hoort hij een haan kraaien. Petrus herinnert zich de woorden van Jezus. Hij heeft zijn meester verraden. Hij slaat zijn handen voor zijn gezicht en huilt bittere tranen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten